
Wet gevolgen brutering uitkeringsregelingen
Artikel 2
1
Het loon dat betrekking heeft op een periode gelegen vóór het vervaljaar en dat wordt gehanteerd bij de berekening van:
a
het dagloon dat op grond van artikel 34 IWS ten grondslag ligt aan uitkeringen op grond van de WW,
b
het dagloon dat op grond van artikel 15 ZW ten grondslag ligt aan uitkeringen op grond van de ZW,
c
het dagloon dat op grond van artikel 14 WAO ten grondslag ligt aan uitkeringen op grond van de WAO,
wordt verhoogd met het percentage, vastgesteld op grond van artikel 3 van de Wet BOL dan wel, indien dit loon is vastgesteld met inachtneming van het minimumloon, bedoeld in de WML, met het percentage, vastgesteld op grond van artikel 5 van de Wet BOL.
2
Bij de in het eerste lid bedoelde verhoging wordt rekening gehouden met het op grond van artikel 3, tweede lid, van de Wet BOL vastgestelde maximum.
3
Ter voorkoming van dubbele brutering kan bij ministeriële regeling van het eerste lid worden afgeweken.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.